Vijftig Verhalen

De Morgen:
Ook de zopas verschenen, luxueuze bundel met vijftig verzamelde, vaak nietsontziende verhalen uit de periode 2010 tot nu zijn een indicatie dat Dautzenberg weer op het voorplan klimt. De ‘effectieve soberheid’ van zijn stijl staat er in dienst van absurdisme en ontregeling. (***½)

NRC:
Gelijktijdig met het Privé-domeindeel verscheen de omnibus Vijftig Verhalen […] waarin een van de beste, slimste en grappigste dingen die hij ooit schreef: een gefingeerd interview met metalheld Lemmy, over de eurocrisis. Dat is meesterlijke satire die twee kanten op werkt. De ene kant: lezend ben je geneigd zo’n type niet serieus te nemen op politiek-economisch gebied, terwijl Dautzenberg hem helemaal geen onslimme dingen laat zeggen (naar 2011-begrippen soms zelfs profetisch). De andere kant: dit interview met de voorman van Motorhead is een van de weinige manieren om veel mensen kennis te laten nemen met deze materie. En dan is het nog goed, overtuigend geschreven ook. Anders gezegd: A.H.J. Dautzenberg is onze literaire meester in de grensoverschrijding. Of zoals hij zelf psychologiserend noemt: transgressie. Hij overschrijdt graag de grenzen van genres, verwachtingen, dwingende vormen en normen, het betamelijke. (****)

Noordhollands Dagblad:
Dautzenberg werd eind vorig jaar vijftig en dat was voor zijn eigen uitgever aanleiding om vijftig van zijn eerdere verhalen te bundelen. Veertig afkomstig uit zijn drie eerdere bundels en tien verhalen die de afgelopen jaren her en der gepubliceerd werden. Het biedt een mooi inkijkje op de ontwikkelingen ion Dautzenbergs werk sinds 2011 (toen de eerste verhalenbundel het licht zag). (***)

De Reactor:
Ik moet bekennen dat ik niet eerder een verhaal of boek van Dautzenberg las. […] Zo’n verzameling lees ik niet meteen netjes van voor naar achteren, ik probeer die, nadat de eerste kennismaking me is bevallen, allereerst op grond van mijn persoonlijke preoccupaties intuïtief hier en daar uit. […] Ik vind dat Dautzenberg prima schrijft, helder, bijzonder economisch en doeltreffend; zijn belezenheid is vaak onnadrukkelijk voelbaar en hij schakelt soepel tussen wat wel als ‘hoog’ en ‘laag’ wordt onderscheiden. De vraag of er teksten zijn die beter of juist minder zijn dan andere interesseert me nauwelijks of niet. De afwisseling is belangrijker, waarbij het erom gaat dat er steeds weer figuren, vertellers of personages, optreden die zich een houding moeten proberen te geven in een wereld waarin hun handel en wandel slecht lijken te passen en die hen vervormt. […] Terwijl hij goed (in kwantitatieve zin) cru kan zijn, kan de verhalenverteller Dautzenberg net zo goed (in kwalitatieve zin) geïnformeerd en mooi vertellen over natuurobservaties (zoals in ‘De vogelkijkhut’) en zijn verteller het liefdevol over diens moeder laten hebben (zoals in ‘Op een eiland’). Varianten en variaties. Hoe meer ik over Dautzenbergs verhalen schrijf, des te opmerkelijker ga ik ze vinden.

Dagblad van het Noorden / Leeuwarder Courant / Tzum:
Tegelijk met een deel in de reeks Privé-domein heeft Atlas Contact een dikke pil van meer dan 500 pagina’s uitgegeven met vijftig verhalen. […] Dautzenberg schrijft doorgaans geen feelgood-verhalen, maar hij heeft in de verhalenbundel wel een satirische beschrijving van de Bol.com top 40 uit het jaar 2027 gegeven waar ik hard om moest lachen. Een prachtige opsomming van het verval van de boekenindustrie. […] We moeten zuinig zijn op dit soort schrijvers.

Hebban:
De personages lijken op het eerste gezicht niet veel met elkaar gemeen te hebben, maar tijdens het maken van een vergelijking zijn er toch veel overeenkomsten te vinden. De meeste personages in de verhalenbundel vinden het bijvoorbeeld lastig om een houding aan te nemen als ze met anderen in contact staan. Daarnaast vervormt de samenleving ze tot mensen die ze niet willen zijn. Het enige wat ze kunnen doen is zich aanpassen en niet te veel opvallen. Dautzenberg attendeert de lezer met zijn personages op de menselijkheid en de individualiteit van de buitenstaander of de verschoppeling die niet in de maatschappij past. […] Met name de verhalen in de delen ‘De dag dat de gieren buigen’ en ‘Onder het satijn’ zijn bijzonder. […] Dautzenbergs toon is helder en doeltreffend, maar door de afwisseling in onderwerpen, de verschillen in tempo en de eigenaardige dialogen wordt de lezer al snel op het verkeerde been gezet. Het verrassen, confronteren en schuren zijn kwaliteiten waar Dautzenberg expert in is geworden. […] Dautzenberg is een getrainde schrijver met veel ambitie en kwaliteiten. Hij durft met zijn stijl te experimenteren, maar hij blijft altijd trouw aan zijn verbeelding. Vijftig verhalen schuurt en confronteert, maar wegkijken is geen optie. Dautzenberg laat je nadenken over de buitenstaander in de maatschappij, over de verschillende visies in kunst en over de consequenties van grenzen. Bestaan die wel of moeten wij als mens vaker grenzen overschrijden om echt onszelf te kunnen zijn? (****)

Brabant Cultureel:
Klasse literatuur die zijn gelijke in Nederland nauwelijks kent. […] Vijftig verhalen die elke fantasie tarten, bizar zijn van samenstelling, de geest van de lezer ranselen, hem of haar slapeloze nachten bezorgen. Maar bovenal tonen zij aan dat A.H.J. Dautzenberg een fantastische schrijver is die niet alleen de Nederlandse literatuur heeft opgeschud. Haar evengoed nieuwe mijlpalen heeft bezorgd die schragen op hetzelfde vakmanschap als dat van W.F. Hermans, Hella Haasse en Tommy Wieringa.

Het korte verhaal:
De verhalen lijken ontsprongen te zijn uit de dagdromen van de auteur. Dautzenberg experimenteert in deze bundel met de vorm van fictie, zoals in het verhaal: “De Bol.com CPNB Top 40′, waarin hij zelf recensieteksten bij fictieve titels schrijft. Verder staan de verhalen bol van verwijzingen naar andere literatuur en kunstvormen. De verhalen zijn vlot geschreven, maar de lezer kan – door deze experimentele vorm – in verwarring achterblijven na het lezen. Dat zal de auteur niet onwelgevallig zijn, want als hij iets wil, dan is het wel de manier waarop de lezer de werkelijkheid waarneemt, ontregelen.