Ogentroost

‘De Nieuwe Contrabas:
Een niet-profaan boek. […] Het pièce de résistance is het gesprek met Frits Spits. […] Dit boek moet je twee keer lezen, want anders heb je geen idee waar je mee bezig bent. Een vier sterren-boek. […] Net zo fantastisch als Aslast. […] Wanneer ik dit boek lees, zie ik het genietende glimlachje van A.H.J. Dautzenberg voor me. Dat is prettig, want wanneer je tijdens het lezen aan een schrijver denkt, zie je meestal een verkrampte tronie. Hier is een auteur aan het woord die aan het spelen is, dat geeft een fijne energie. […] Het is eigenlijk een postmodern boek; er zitten vormexperimenten in, een filmscenario, recensies, een radiofragment. […] Dit boek is geschreven met zo veel genoegen, met heel veel vertelplezier. Dautzenberg is echt een spelende schrijver. En hij heeft iets ongrijpbaars in dat spelen. […] Wij moeten gissen, en daarom vind ik dit een fantastisch boek. Je moet er iets voor doen. […] Dit wordt dus geen bestseller, al zou het boek het wel verdienen. We moeten Dautzenberg blijven lezen.

De Limburger:
De schoonheid van de schepping. Als in De kleine Johannes van Van Eeden of de natuurlyriek van Gorter, maar dan met de lichtheid en humor van Bomans’ Erik of het klein insectenboek. Prachtig, maar net als je denkt: nu hebben we zo ongeveer alle vlinders of vogels gehad, komt de roman in een overweldigende stroomversnelling. […] Het zal u misschien duizelen, maar dat ligt niet aan het boek, ook niet aan de podcast die erbij hoort. Die zijn van een helderheid die je maar zelden tegenkomt als het gaat om thema’s als tijd en transcendentie. Een wervelend en avontuurlijk boek over eindigheid en eeuwigheid. (****)

Brabant Literair:
A.H.J. Dautzenberg heeft het in zich een groot schrijver te worden, als hij dat al niet is. Zijn uitzonderlijke literaire talent demonstreert hij weer ruimschoots in zijn nieuwe roman Ogentroost. Dautzenberg heeft ook een cabareteske kant en je kunt je afvragen of het een het ander niet in de weg zit. […] In zijn sprookje, waarvan ik lang niet alles kan doorgronden en dat zo bizar is dat je misschien nog een beetje kind moet zijn om er helemaal in te kunnen geloven, is hij volgens mij het meest serieus, ook al is niet helemaal duidelijk wat die boodschap precies is. […] Tussen de regels door komen een aantal maatschappelijke thema’s aan de orde, zoals het zelfverkozen levenseinde en de genderdiscussie. Dat maakt het boek bijzonder actueel. […] Wil hij, toegerust als hij is met beide talenten, Kunst met een grote K bedrijven of is het zijn voornamen een kleinkunstenaar te zijn? Als lezer hoop ik op het eerste, maar door zijn cabareteske kant heb ik, en naar ik vrees andere lezers met mij, de neiging zijn schrijverschap niet helemaal serieus te nemen. Dat vind ik zonde.

de Volkskrant:
Wat heeft dit nou allemaal te betekenen? Tja, dat is misschien wel de laatste vraag die je over Ogentroost, de nieuwe roman van A.H.J. Dautzenberg moet stellen. Dautzenberg, misschien wel onze meest autonome schrijver, is iemand die geen concessies doet, niet aan maatschappelijke verwachtingen, niet aan literaire wetten en al helemaal niet aan begrijpelijkheid. […] Absurdisme impliceert dat het leven in essentie geen betekenis heeft, maar de schrijver drukt met dit boek juist het tegenovergestelde uit. Ogentroost zit vol betekenis – het gaat over eenzaamheid, angst, liefde, hypocrisie, wokeness en is tevens een adembenemende verbeelding van een psychose – maar de tekst vraagt niet om een verklaring. Dautzenberg lezen is een beetje als naar de sterrenhemel kijken: je kunt het universum proberen te bevatten, er talloze theorieën op loslaten, maar je zult het nooit écht begrijpen.

HUMO:
‘De buitenwereld knaagt voortdurend aan je binnenwereld,’ zegt een kolibrievlinder ergens. Dat spanningsveld tussen innerlijke beleving en de nietsontziende werkelijkheid is een hoofdthema in Dautzenbergs oeuvre. Na driekwart boek neemt zijn voorliefde voor transgressie het over. […] Vanaf dan gaat de roman ‘lekker Lynchiaans’ over de top. Opeens bevinden we ons in een filmfantasie, het plan van regisseur Alex van Warmerdam om ‘Ogentroost’ van de ‘schrijfster’ Dautzenberg te verfilmen. Verrukkelijk absurd existentialisme voor de avontuurlijke lezer, en een perfect antidotum tegen de zedenprekende tijdgeest. (****)

Tzum / Leeuwarder Courant / Dagblad van het Noorden:
De volgende Sybren Poletprijs, de prijs voor experimenteel literair werk, zou moeten gaan naar A.H.J. Dautzenberg. Bij hem vind je nooit een keurig aangeharkte roman met navolgbare psychologische plotlijnen. Ook de roman Ogentroost past in dit grillige oeuvre. […] Dautzenberg lijkt wel heel veel thema’s aan de orde te stellen. Van mensen die zich buiten de consumptiemaatschappij situeren, de dood, ouderschap tot schrijvers die transgender zijn. Al doende formuleert zijn literatuuropvatting: ‘De exploitatie ervan staat me tegen, dat zal het zijn. Het verwordt tot amusement, tot talkshowmateriaal. Navelliteratuur. Kunst is er niet om de tijdgeest een opportunistisch opkontje te geven. Eerder het tegenovergestelde. Daarnaast verwijst de schrijver naar religieuze elementen en symbolen uit de literatuur (als een raaf ‘Nooit meer!’ krast, dan veert de liefhebber van Edgar Allen Poe op). Doe er nog wat typisch Dautzenbergiaanse onsmakelijkheden bij en je hebt opnieuw een boek dat zich niets aantrekt van een mogelijk lezerspubliek. Maar wel geschikt is voor een oeuvreprijs voor experimentele literatuur. (***)

MappaLibri:
Wie het boek uitleest en dichtslaat, blijft aanvankelijk nogal verbluft achter. Het werk doet wat chaotisch aan, zodanig dat de lezer haast concludeert dat Dautzenbergs fameuze experimenteerdrift deze keer toch echt te ver is doorgeschoten, en dat de geëngageerde auteur met deze roman te veel stellingen wil verdedigen. Maar wie moeite doet, zal in dit boek juist een hechte eenheid en vernuftige structuur ontdekken. […] Het boek is bovendien opgebouwd volgens een tot in minutieus detail uitgewerkt spiegeleffect. De fundamentele dichotomie tussen buiten- en binnenwereld staat nadrukkelijk op de voorgrond, maar wordt verkend met behulp van tientallen andere tegenstellingen. […] Kortom, Dautzenberg opteert rigoureus voor een levenshouding waarbij tegenstellingen niet worden weggewerkt maar juist worden gevierd. […] In sommige passages slaagt Dautzenberg er wonderbaarlijk goed in om de onmacht van de taal auditief en visueel voelbaar te maken. Met name de overgang van p. 145-146 behoort wellicht tot een van de indrukwekkendste passage in de recente Nederlandse literatuurgeschiedenis. […] Ogentroost is een zeer originele roman, met een ijzersterk gevoel voor urgentie en een vleugje jongensdromerij, een verfijning van Dautzenbergs technieken, een logische ontwikkeling binnen zijn oeuvre, een tweelingbroer van zijn roman Wie zoet is. […] Het blijft lonen om Dautzenberg te volgen. Boeken als Ogentroost zijn zeldzaam, veel te zeldzaam, in het hedendaagse Nederlandstalige literaire landschap.

Neerlandistiek:
In de twaalf jaar sinds zijn officiële debuut uit 2010, Vogels met zwarte poten kun je niet vreten, heeft Dautzenberg zich verzekerd van een opvallende positie in de Nederlandse letterkunde. […] Het zou onvergeeflijk zijn om Dautzenberg en zijn werk te reduceren tot ophef en relletjes. Dautzenbergs werk op zichzelf is superieur, onnavolgbaar, steeds verrassend en compleet eigenzinnig. En het is vooral zo boeiend – om niet te zeggen: belangrijk of urgent – vanwege zijn nooit aflatende aftasten en overschrijden van de grens tussen literatuur en werkelijkheid. […] Ik huldig het uitgangspunt dat het verschil tussen literatuur en niet-literatuur er mede in zit dat je literatuur niet kunt spoilen. Daar komt bij dat er ook aan Dautzenbergs nieuwe roman in termen van ‘plot’ helemaal niks te spoilen valt. Ik realiseerde me al tikkende dat je voor zijn onnavolgbare boeken misschien de geheel nieuwe term ‘onspoilbare literatuur’ zou kunnen munten. Of misschien beter nog: onnaspoilbare literatuur. […] Zo bleek Dautzenbergs roman, behalve stilistische brille, compositorisch vuurwerk en filosofische verkenningen van taal en werkelijkheid, ook nog eens een ecologische waarschuwing te bevatten die mij anders allicht zou zijn ontgaan.

Gerbrand Bakker:
Wat een geweldig boek! Met als meesterlijke uitsmijter die deleted scene. Dat beeld van die barbiepoppen die geoogst worden zal ik nooit meer vergeten.

NCRV-gids:
Ik heb in geen tijden zo’n raar boek gelezen als Ogentroost. Zat ik nou een sprookje te lezen over een vrouw, die praat met bloemen en bijtjes? Zo begint het wel, maar al gauw ontwikkelt het verhaal zich zo bizar dat ik er steeds minder greep op kreeg. […] En dan opeens, honderd pagina’s voor het einde, zitten we in een conversatie tussen actrice Halina (Rijn) en regisseur Alex (van Warmerdam) die het hebben over de verfilming van dit verhaal. Er volgen recensies van de film, waar Carice (van Houten) ook in meespeelt, en een hilarisch gesprek van Alex bij Frits Spits in de Taalstaat. Op de vraag of zijn boodschap wordt begrepen zegt Alex: ‘Ik weet niet of ik een boodschap heb, ik denk het eerlijk gezegd niet. Ik wil wegblijven van de gangbare paden, andere, parallelle werkelijkheden verkennen, en de kijker daar deelgenoot van maken.’ Oké, maar of dit een fijn boek heeft opgeleverd? (***)

Gooi- en Eemlander:
‘Raar, intellectueel, ingewikkeld.’ Dat zou er volgens een van de personages in ‘Ogentroost’ over een eventuele verfilming van dit boek gezegd worden. En dat klopt wel. Want ‘raar’ is ‘Ogentroost’ zeker. Maar tegelijkertijd is de roman ook intrigerend en dwingt elke bladzij tot verder lezen. Kortom, een échte Dautzenberg. […] ‘Ogentroost’ is een verhaal dat je zelf mag invullen. ‘Wanneer er iets begint te stromen in hun hoofden, dan ben ik tevreden,’ aldus een fictief personage. En stromen doet het, ontegenzeglijk. (***)

Dietsche Warande en Belfort:
Door de ogen van Ef krijgt de natuurwereld een andere betekenis dan de gangbare visie erop. De geestelijke, niet-profane invulling die Dautzenberg aan de natuur geeft via de talloze verwijzingen naar de Bijbel, zet je aan het denken. Misschien wordt die wereld aan het begin wel té kinderlijk-naiëf door de bezieling ervan als onwerkelijk voorgesteld. Toch schuilt hierachter een diepere levenswijsheid. De auteur legt eigenlijk de vinger op een pijnpunt van onze tijd waarin vaak wordt vergeten dat naast het menselijke leven er nog andere organismen onze wereld bevolken, en niet in het minst insecten. […] In zijn roman onderneemt de auteur tevens een poging om de taal van het menselijke en wereldse te dissociëren, want taal is net zoals ‘Chronos en Kairos’ een wereldse constructie. Kan literatuur de taal van de natuur en dieren weergeven? En, kun je een film maken zonder taal? Deze vragen roept Dautzenberg in zijn roman tenslotte ook op. Niet voor niets nemen gaandeweg in het boek het gezoem, de klanken en de onomatopeeën toe. […] Dautzenberg vervormt en speelt zodanig met de taal dat hij ‘de hele beleving van de werkelijkheid op haar kop’ zet. Zo zou je kunnen zeggen dat in de roman alles transgressief is. […] De manier waarop in de roman met verschillende genres, taal en niet-menselijke geluiden wordt omgegaan kunnen we situaren tegen de achtergrond van de groeiende angst voor het verdwijnen van dieren en biodiversiteit. Tegelijkertijd ondermijnt de auteur ook de ernst van ecoreligieuze en -filosofische boodschappen door zijn wervelende en experimentele schrijven. Ogentroost is bij momenten troostgevend, maar daarnaast voelen we ook hoe verstoord en verontrustend alles is.

EERSTE DRUK: 2022
UITGAVE: Uitgeverij Atlas Contact
Verkrijgbaar bij de lokale boekhandel