Theaterkrant
Componist en regisseur Nicoline Soeter schreef muziek bij teksten van A.H.J. Dautzenberg. Zijn tekening van de blik van een jongetje, opgroeiend in een Zuid-Limburgs dorp bij de kolenmijn Nassau II met onder de grond zijn vader, ooit zijn opa – te witte ogen in een te zwart gezicht -, is helder en mooi scherp opgeschreven. […] GROND is een kwetsbare vertelvoorstelling – in de goede zin van het woord. De taal van Dautzenberg prikt door de licht nostalgische, gevoelige en soms licht atonale muziek van Soeter heen. […] Het midden tussen band, nieuwe muziek en theater wordt dan misschien wat aarzelend gezocht, Soeter geeft daarmee wel ruimte aan een bepaalde gevoeligheid in de teksten en het spel, die indirect mag blijven, niet hoeft worden uitgespeeld, ondergronds en onderhuids kan zijn en blijvend indruk maakt.
NRC
Schrijver Anton H.J. Dautzenberg groeide op in het Zuid-Limburgse Schaesberg. Vlakbij de kolenmijn Oranje-Nassau II waar zijn opa werkte. Wanneer de kleine Anton in de verte de schoorsteen van het complex zag opdoemen, wist hij zeker dat zijn ‘grampeer’ ondergronds een stukje met hem opliep. Dautzenberg tekende de aandoenlijke anekdote op in zijn monoloog. […] De flyer beloofde een avond over de vele betekenislagen die zich in het titelwoord hebben afgezet: Bodem. Zand. Fundament. Kern. Geboortegrond. In zekere zin werd het dat ook, zij het dat de beoogde ideeënpolyfonie in de praktijk nogal nadrukkelijk in dienst stond van Dautzenbergs verslag van zijn weg naar het schrijverschap. Het is een mooie grondgedachte, de idee dat de donkere mijngangen uit Dautzenbergs jeugd zich mettertijd vastzetten in zijn hoofd. Dat hij de pen ter hand nam om de mysterieuze ruimten met verhalen te vullen. En toch: na een uur voelt het autobiografische parcours langs dorpsbieb, middelbare school, toenemende vervreemding en universitaire flirts met Freud en Jung (de mijngang als metafoor voor het onderbewuste) een tikje particulier aan. (***)