De giechel van Frans Bauer
In het oudste literaire tijdschrift van Nederland, De Gids, publiceerde de ‘oerliberaal’ Johan Rudolph Thorbecke ooit zijn ideeën over staatshuishouding. Koning Willem III sprak destijds van ‘staatsgevaarlijke, revolutionaire nieuwlichterij’. Toch kwam de nieuwe Grondwet er. Pluriformiteit stond daarbij hoog in het vaandel. Nu, bijna anderhalve eeuw later, heeft die voorgestane verscheidenheid van ideeën blijkbaar een andere invulling gekregen.
Staatssecretaris van Cultuur Halbe Zijlstra gaat nog een stap verder dan de door geslachts- een geestesziekten geteisterde vorst: álle literaire bladen moeten maar eens verdwijnen. Halbe Zijlstra, de man die publiekelijk en met veel succes zijn a-culturele opvattingen ventileert. Op vakantie verstouwt hij met moeite één thriller van John Grisham. Dat verklaart wellicht waarom hij met zijn snoeimes lekker los gaat op de literatuur.
Nu hapt het kabinet Wilders weliswaar ongegeneerd grote delen uit de héle cultuurtaart, maar ik wil toch even inzoomen op de bladen. Pars pro toto, zeg maar – en om voor eigen parochie te preken, ik publiceer in verschillende literaire tijdschriften. Ze krijgen geen waarschuwing voor begane zonden, de bladen. Geen knieschot, om in de terminologie van premier Wilders te blijven. Ze worden rechtsreeks naar het schavot geleid. Opruimen die zooi. Argumenten overbodig.
Natuurlijk is dat geen echte besparing. Kleingeld, meer levert het niet op. Eén JSF minder en… vul maar in, de mogelijkheden zijn dan onbeperkt. (Het H-woord, iemand?) Is hier sprake van ressentiment tegen de kunstenaar? Moet Zijlstra een rekening vereffenen namens het Blonde Beest uit Venlo (om met Chrétien Breukers te spreken, eindredacteur van De Contrabas), de man die door de intelligentsia niet serieus wordt genomen, de man die Nederland heeft verrijkt met de door brievenbussen zeikende Henk en Ingrid? Daar lijkt het wel op.
Laat ik mijn betoog maar niet onderbouwen met cijfertjes. Rekenen is immers niet de sterkste kant van het kabinet Wilders, dat is inmiddels wel duidelijk. Adviezen van het CPB en andere wetenschappelijke instituten worden uit electorale overwegingen al maanden in de wind geslagen. Overigens zonder dat die instituten worden weg gesubsidieerd. Ze zijn onschuldig, dát zal het zijn. De wetenschappers poepen braaf hun rapportjes uit – vooruit, vergezeld van een paar pruttelende scheten –, maar daar blijft het dan ook bij. In hun functieomschrijvingen staat immers niks over de daad bij het woord voegen.
Dan de kunstenaar, een non-valeur die een beroep uitoefent zonder (lucratieve, secundaire) arbeidsvoorwaarden. Een arbeider die wél zijn tanden laat zien. De kunstensector is van oudsher doordrenkt met subversiviteit en andere vieze gewoonten. Dus, trekken die giftige tanden! Een tandeloze mond kan misschien nog wel enkele onwelgevallige geluidjes stamelen, maar niet meer bijten. Ausradieren die literaire bladen, die broedplaatsen van anarchie en, godbetert, creativiteit.
Met een onderbouwing van de executie komt Zijlstra natuurlijk niet. De bladen moeten gewoon weg, uit de weg geruimd. Saneren! Laat de markt het maar opknappen! Dat tijdschriften onderdeel zijn van een netwerk van belangrijke (papieren en digitale) teksten zal Halbe Zijlstra aan zijn reet roesten. En dat dat netwerk een intellectuele basis legt onder onze in hoog tempo debiliserende samenleving al helemaal. Het volk beslist immers, in toenemende mate.
Als ik kijk naar de manier waarop landen als Duitsland, Engeland en Frankrijk omgaan met hun culturele (literaire) erfgoed, dan… dan… tja. De aanwezigheid van literaire bladen dient buiten kijf te staan. Het liquideren getuigt van politieke kwaadaardigheid. Mijn verstand staat erbij stil. Dommigheid mag weliswaar getoond worden, maar als dat ook nog eens gepaard gaat met een zelfgenoegzame grijns, dan is dat gewoonweg niet te verdragen.
Terug naar de cijfertjes. Een jaar Tirade kost evenveel als één giechel van Frans Bauer in Bananasplit, het favoriete programma van Maxime Verhagen, gefinancierd met publieke middelen. Een jaar Revisor: een knipoog van Jan Smit – let wel, een vétte knipoog, van 4,382 seconden. Vier kloeke delen KortVerhaal voor één intelligente oneliner van een Tafelheer of –dame in DWDD. Eén keer ‘vette shit’ van Giel Beelen bijvoorbeeld, als commentaar op een nieuwe, o zo toffe wereldband.
Natuurlijk, het volk wil die giechel, knipoog of vette shit. Maar het volk wil zoveel. En het volk krijgt al zoveel. Het volk moet dood, om met Gerard Reve te spreken. De invloed van het vólk moet uitgeroeid, niet de literaire bladen. Pief paf poef, een knieschot. En als dat niet helpt: elke dag even door hun brievenbus pissen. Dat zal ze leren. Te beginnen bij Halbe Zijlstra. Waar het Blonde Beest precies woont, weten we helaas niet.
Gisteren zag ik de Il conformista, een vroege film van Bernardo Bertolucci. Een intelligente man heeft er genoeg van om te strijden voor zijn idealen en zoekt de weg van de minste weerstand: hij sluit zich aan bij het fascisme van Mussolini. Dat conformeren loopt uiteraard slecht af. De man verliest zijn liefde, zijn leven, zijn identiteit… Ik moest denken aan de cultuurminnende VVD van Bolkestein, en wat daar nog van over is…
Genoeg. Nu ga ik naar het café. Veel biertjes drinken, zodat mijn blaas goed vol raakt. Daarna met een sixpack de trein in, naar Utrecht, naar Halbe’s Hollandse huis met die prachtig opgepoetste koperen gleuf. Misschien gooi ik er een dichtbundel achteraan. Om zijn nachtmerrie compleet te maken.
A.H.J. Dautzenberg is econoom en schrijver. Hij is geabonneerd op de literaire tijdschriften Awater en Hollands Maandblad.