NRC over Ik bestaat uit twee letters:
A.H.J. Dautzenberg is meester in de literaire grensoverschrijding, maar wars van autobiografie. Toch schreef hij een hoogstpersoonlijk Privé-domeindeel, dat via een omweg ook over zijn geëngageerde schrijverschap gaat. […] Eigenlijk went Dautzenberg, wars van al te veel zelfreflectie, nooit helemaal aan die blik op zichzelf. […] Dat gegeven geeft het project onophoudelijk een zekere spanning: de vorm dringt zich op, maar de vent moet wel zichtbaar worden, anders mislukt het. Tegelijk wil de schrijver eigenlijk niets met de vent te maken hebben. Maar Ik bestaat uit twee letters is absoluut gelukt. Een jaar is wel lang: in de 719 bladzijden zit wel een aantal dooie momentjes, dat is het enige bezwaar. Maar Dautzenbergs soulsearching levert een eerlijk, diepgravend portret op van hemzelf, van zijn (geëngageerde) schrijverschap, maar ook het Zuid-Limburg van zijn jeugd en zijn familie. […] Ik bestaat uit twee letters gaat over veel meer – en de experimenten met vervorming vinden op vele plekken plaats. […] Waar het tweelingbroerverhaal Dautzenberg een spiegel voorhoudt over zichzelf én in een moeite door over zijn schrijverschap, is de Donald Duck van niet te onderschatten (metaforisch) belang in het boek. Het vrolijke weekblad krijgt onverdeelde sympathie, want het ‘activeert en bemoedigt het kind in de lezer, ongeachte de leeftijd. Het leven wordt weer zoet. Speelsheid, anarchie, levenslust.’ De levenslustige in Dautzenberg krijgt steeds meer ruimte, ten koste van de geëngageerde schrijver en activist. […] Dat leerde hij daar aan de Salkstraat, waar verbetenheid niet werkte om te bemiddelen in een ruzie tussen Hub en zijn zoon Joris, maar een welgemikte grensoverschrijding wél. En die stap nam Anton Dautzenberg door dagboeken te schrijven, zelfreflectie te bedrijven, door zijn eigen grenzen te overschrijden. Wat die verandering in de vent voor de vorm betekent, voor Dautzenbergs toekomstige literatuur? Ik voorspel: nieuwe frontiers, nieuwe overschrijdingen. (****)

NRC over Vijftig Verhalen:
Gelijktijdig met het Privé-domeindeel verscheen de omnibus Vijftig Verhalen […] waarin een van de beste, slimste en grappigste dingen die hij ooit schreef: een gefingeerd interview met metalheld Lemmy, over de eurocrisis. Dat is meesterlijke satire die twee kanten op werkt. De ene kant: lezend ben je geneigd zo’n type niet serieus te nemen op politiek-economisch gebied, terwijl Dautzenberg hem helemaal geen onslimme dingen laat zeggen (naar 2011-begrippen soms zelfs profetisch). De andere kant: dit interview met de voorman van Motorhead is een van de weinige manieren om veel mensen kennis te laten nemen met deze materie. En dan is het nog goed, overtuigend geschreven ook. Anders gezegd: A.H.J. Dautzenberg is onze literaire meester in de grensoverschrijding. Of zoals hij zelf psychologiserend noemt: transgressie. Hij overschrijdt graag de grenzen van genres, verwachtingen, dwingende vormen en normen, het betamelijke. (****)