Afgelopen woensdag schreef ik in mijn dagboek:
Jurgen Maas liet weten dat De Volkskrant zaterdag Van licht en donker recenseert. Ik hoop niet dat filmgoeroe Rob van Scheers het boek bespreekt. Toen ik vorig jaar samen met filmjournalist Karin Wolfs een nieuw initiatief probeerde te initiëren, Het Brandende Kalf, weigerde hij mee te werken. Karin sprak uitgebreid met hem, maar hij en zijn Kompaan Paul Verhoeven waren niet te vermurwen: ‘We doen niet mee aan een project waaraan Dautzenberg verbonden is.’ Karin vroeg naar de reden, en die bleek behoorlijk kinderachtig te zijn. Twee jaar geleden recenseerde ik in NRC Handelsblad in mijn satirische rubriek Fata Morgana een niet bestaand boek van Verhoeven en Van Scheers, KOMKOMMERTIJD, de Duitse sekscinema in de jaren ’70

Dit schreef ik vandaag:
Rob van Scheers! Twee sterren!
Daar gaan we weer: ‘Wat je noemt een odd couple, in het tijdperk van de “alternatieve feiten”. Schrijver Dautzenberg maakte binnen de journalistiek enige naam met fake interviews voor de VPRO Gids en sociaal-psycholoog Stapel zag in 2011 zijn wetenschappelijke loopbaan geknakt door een even omvangrijke als veelbesproken fraudezaak. […] Nu buigen ze zich over de speelfilm – vanuit de aard van de zaak een medium dat bedacht is om de waarheid te liegen.’ Vanuit de aard van de zaak? Een medium dat bedacht is om de waarheid te liegen? Zo, zo.
Voordat hij tot een ‘analyse’ van het boek komt, moppert Van Scheers eerst een paar alinea’s lang over schrijvers die over film denken te kunnen schrijven – ‘Grunberg noteert weleens wat.’ ‘Schrijven over populaire cultuur is zo eenvoudig nog niet,’ doceert Van Scheers. ‘Het heet niet voor niets populaire cultuur, iedereen heeft er al een mening over.’ Clichékoning Van Scheers kan het weten.
Van Scheers verdiept zich vervolgens in geen enkele van de vijftig essays, merkt de zwaan kleef aan-constructie niet op (de architectuur van het boek, onze knipoog naar een belangrijke stijlfiguur in film: het betonen van schatplichtigheid) en trekt vreemde conclusies. ‘De Wikiweetjes vliegen je om de oren. […] Voorts valt de geëtaleerde rancune op, en niet eens tussen de regels. Zo is er sprake van “Mensen met een Mening”, of “De verzamelde filmpers vond het prachtig, heel diep.” Dat zal dan wel de “elite” zijn waar het duo niets van moet hebben, blijkbaar.’ Van Scheers vergeet voor het gemak de context te schetsen waarin de aangehaalde woorden worden gebruikt, en rancuneus? – het boek is juist een lofzang op de filmkunst, in alle opzichten. Van Scheers voelt zich blijkbaar bedreigd.
De uitsmijter: ‘Als gratis blog voor een filmhuis in Tilburg zullen deze essays wel hebben volstaan, bij wijze van cultcorner. Als zelfstandig nieuw verrassend filmboek werkt deze bundel een stuk minder.’ Zelfstandig nieuw verrassend?
Mijn laatste essay in Van licht en donker eindigt met de volgende dialoog uit Thelma & Louise:

Thelma: Let’s keep going.
Louise: What do you mean?
Thelma (wijst met kin naar de afgrond): Go!
Louise (voorzichtige lach): Are you sure?
Thelma: Yeah… Yeah.
Ze kussen elkaar.
Plankgas!