‘Collegae, luister niet naar de kletskoek van Dautzenberg.’ Aldus schrijver Robert Anker op de site van NRC Handelsblad (26 november). Hij vervolgt: ‘Schrijvers van Nederland, laat u geen zand in de ogen strooien door de praatjes van A.H.J. Dautzenberg (21/11) waarin hij u kwalijk neemt geen engagement te tonen in uw werk en critici verwijt er geen oog voor te hebben als het zich een keer vertoont.’

Robert Anker heeft mijn tekst slecht gelezen. Wellicht heeft hij zich laten leiden door de kop die de NRC-redactie boven mijn stuk plaatste: Schrijvers, waar is uw engagement? (Of door de illustratie die erbij werd geplaatst: een schrijver die zich onder zijn bureau verstopt?) De titel die ik instuurde luidde: Over woorden en daden.

Ik neem schrijvers helemaal niet kwalijk dat zij geen engagement tonen, binnen of buiten hun werk. In mijn essay verken ik het spanningsveld tussen literatuur en engagement. Ik merk dat er overwegend negatief wordt gereageerd op schrijvers die zich maatschappelijk engageren, en ik probeer die koudwatervrees weg te nemen. Dat Anker daarin een aanval ziet, zegt veel over hem. En dat hij de schrijvers van Nederland meent te moeten waarschuwen voor het Grote Gevaar dat zich achter Dautzenbergs woorden verscholen houdt… (Een koninklijke onderscheiding, op zijn minst.)

‘De enige reden dat recensenten moeite hebben met het werk van Karel Glastra van Loon of Jef Last, de voorbeelden die Dautzenberg noemt, is de ondermaatse literaire kwaliteit van hun werk,’ schrijft Anker. Ik noem in mijn bloemlezing vijftig (!) voorbeelden van schrijvers die zich op de een of andere manier engageerden, en een kwaliteitscriterium heb ik daarbij niet toegepast – vuur was mijn enige wegwijzer, of iets minder abstract geformuleerd: bezieling en betrokkenheid.

Zoals ik al schreef in mijn reactie op de kritiek van Maarten Asscher: Jef Last werd geroemd door zijn invloedrijke tijdgenoot E. du Perron. En Rudi Wester, oud-directeur van het Letterenfonds, is bezig met een biografie over hem. Karel Glastra van Loon won de Generale Bank Literatuurprijs, de voorloper van de AKO Literatuurprijs. Dus hoezo ondermaatse kwaliteit? En zoals ik al stelde: wat heeft kwaliteit met engagement te maken, het onderwerp van mijn bloemlezing?

‘Een roman met een boodschap valt buiten de literatuur en wordt een pamflet, “tijdgebonden geklets”, volgens Nabokov,’ besluit Anker zijn betoog. Een argument met een laaaaaaaaange baard. Nabokov heeft het gezegd, dan zal het wel waar zijn. Ronduit onnozel en behoorlijk slaafs, meneer Anker. De roman die wordt gezien als het belangrijkste letterkundige werk uit onze geschiedenis had een boodschap, nee een BOODSCHAP. Inderdaad, de Max Havelaar.